‘Hoe reageer je dan?’
Haar moeder trekt haar rokje lang en zwaait de sjaal over haar schouder.
‘Ach, ik lach er een beetje om. Op mijn leeftijd ben je allang blij om nog in de smaak te vallen.’
Het rokje kruipt omhoog als haar moeder steun in de kussens van de bank zoekt. Vertwijfeld reikt haar vader de thee aan.
‘Wat is er nou?’
‘Ik vermoed dat Elvis wil zeggen dat je voortaan proactief mag reageren.’
‘Doe niet zo idioot zeg, mag een man niet te kennen geven mij aantrekkelijk te vinden?’
‘Hij vindt niet per se jou lekker, hij reageert op die lange stelten van je waarmee je een verkeerd signaal afgeeft.’
Wat een akelige opmerking van haar vader.
‘Dus ik ben een onaantrekkelijk wezen, dat alleen maar benen heeft die de moeite van het kijken waard zijn? Als jij met deze opmerking duidelijk wilt maken dat mijn beste tijd erop zit en ik wuivend het leger van mijn succesvolle jaren achter mij mag laten, mezelf mag wegcijferen omdat alleen anderen recht hebben op aandacht van het mannelijk schoon, en ik nu dus te boek sta als een ongeëmancipeerd en onnozel wezen, en jij stiekem een vuilniszak over mijn hoofd wilt trekken Bart Hammers, dan mag je wat mij betreft vandaag nog je koffertje pakken.’
Snel trekt ze de deken over haar benen die er overigens nog heel goed uitzien voor een veertiger.
‘Mam, wat ‘ie bedoelt is dat mannen altijd wel iets naar vrouwen roepen, ongeacht wat er voorbij loopt.’
‘Juist, zodra er een stel benen voorbij flitst, zijn mannen er als de kippen bij. Bepaalde mannen natuurlijk, van die types die onbedaarlijk boeren terwijl ze met getatoeëerde armen de bilspleet proberen te bedekken en bukkend het zoveelste biertje uit het krat trekken.’
Hij trekt zijn broek omhoog en vetert zijn zelfbeeld weg in zijn sneaker.
‘Toch vind ik het een nare opmerking.’
De deken wordt tot aan de kin getrokken, schielijk kijkt ze neer op het hoofd van haar man. Hij doet nooit zo lang over het veteren van zijn schoenen, meestal bungelen ze er achteraan.
‘Hoe staat het met jou eigenlijk Elvis? Jij wordt toch ook weleens nagefloten?’ De deken wordt om het hele lijf geslagen.
‘Natuurlijk wordt die nagefloten, meiden op die leeftijd hebben helemaal wat te verduren.’ De schoenen zien er strak uit en begeven zich richting het koffieapparaat.
Wat moet Elvis zeggen, dat ze zich geïntimideerd voelt wanneer ze door het park fietst en een groepje jongens haar toeroept, ‘schatje’, ‘sletje’, en ze, zodra ze doorfietst een arrogante hoer is? Moet ze vertellen hoe er gesist wordt als ze op straat loopt en ze jongens passeert? Hoe ze soms een omweg maakt als er weer een groepje doelloos op een brug hangt? Ze groeit ermee op en vindt het idioot dat dit gedrag ongestraft blijft. Gaan we een paar eeuwen terug in onze houding naar de vrouw? Want wat stelt ze voor als je haar wenkt als huisdier? Elvis leert ermee om te gaan, soms wuift ze het weg, meestal wordt ze kwaad en af en toe gaat het mis.
Een tijdje terug fietste ze langs het Breeplantsoen, twee jongens zaten op een bankje, een onschuldig tafereel totdat er een opstond en een stopgebaar maakte. Zou ze rechtsomkeert maken en liet ze de angst regeren? De jongen liep op haar af, de ander bleef zitten. Ze kon haar fiets omdraaien maar daar was het pad te smal voor, ze zou moeten afstappen wat haar tot prooi maakte of ze kon hem negeren, vaart maken en doorfietsen maar dan kwam ze in botsing met de jongen die dacht dat hij verkeersregelaar was.
Ze stopte abrupt en keek de jongen aan, ze hoopte dat haar bonkende halsslagader zich niet stiekem naar haar wang zou verplaatsen. Lacherig zocht hij steun bij zijn vriend die de nodige wiet tot zich had genomen. De jongen kreeg de slappe lach, als een adder lag hij te kronkelen in zijn eigen armen. De jongen voor haar schatte ze een jaar of zeventien, die kon ze wel aan, hij had de bouw van een vis zonder graat. Zijn armen bungelden langs zijn lijf, zijn hals had de lijnen van een frikandel en zijn gezicht de glans van een frituurpan. Uitdagend voelde hij even tussen zijn benen, een beweging waar alleen Michael Jackson patent op had. Hij grijnsde en keek schalks naar zijn vriend. De jongen hapte na elke schaterlach naar adem en kneep zijn ogen tot spleetjes. Ze kreeg zin om hem harder te laten gieren.
Ze stapte van haar fiets af. Onverschrokken moest ze overkomen, ze schraapte haar keel en ging tegenover hem staan. Het linkeroog van de jongen werd bang, het spiertje van zijn lid trok even omhoog, ze rook de olie uit de frituurpan. Plots stak hij zijn hand op, misschien wilde hij haar aanraken of een tik uitdelen, ze wist niet wat zijn intentie was en gaf hem een harde trap tussen zijn benen. De jongen greep opnieuw naar zijn kruis en zakte in elkaar. Elvis pakte haar fiets en keek achterom, ze zag hoe de twee kronkelende lichamen steun bij elkaar zochten.
De weken erna was er de angst voor een onverwachte ontmoeting, ze verstopte zich onder petjes en zonnebrillen en fietste op met de grootste sukkels van school om maar niet in een val te trappen, totdat ze er genoeg van had om met samengeknepen billen op haar zadel te zitten. Ze besloot bij een volgende ontmoeting precies hetzelfde te doen, in angst leven paste niet bij haar. Ze was als held geboren en als held zou ze ondergaan.
‘Elvis, wat doe jij dan als je wordt nagefloten?’
Het kleine hoofd piept boven de deken uit. Ze wil haar moeder laten zweven, de woede die ze soms voelt als er naar haar wordt gesist, laat ze voor nu even varen. Ze trekt de deken van haar moeder weg en kijkt naar het rokje.
‘Ik begrijp het wel hoor, zulke benen ontgaat alleen een blinde.’ Haar moeder giebelt.
‘De kleur vind ik mooi, het verfrist me en geeft me rust maar blijkbaar krimpt de stof in de was. Ik had geen zin om hem uit te doen en al na de eerste stappen op straat merkte ik hoe effectief de lengte van mijn benen was. Nooit eerder maakte ik zulke grote stappen, ik voelde me gezien.
Ja, misschien speel ik de hoer in jouw ogen, Bart Hammers, als ik in alle heerlijkheid mij ondeugend voel en blikken mij volgen. Het lijkt zo lang geleden, alsof het verleden mij inhaalt en ik besef hoe oud mijn lijf in wezen is. Hoe kan het dan zijn dat ik zo’n kinderlijke blijdschap voel? Is het een blijk van waardering, is het de angst ingehaald te worden door mijn dochter, of ben ik bang afgedankt te worden door haar jeugdigheid?’
Het is een bijzonder moment, haar moeder stelt zich kwetsbaar op, het hoofd verstopt zich onder de deken om zich daarna weer te laten zien.
‘Natuurlijk moet ik walgen van een vieze opmerking of een bepaalde blik, uiteindelijk zijn mannen veelal seksistische wezens die zo’n vierendertig keer per dag aan seks denken. Zolang ze tijdens die gedachtes mijn dochter maar met rust laten.’
De schoenen zoeken toenadering en schuifelen in de richting van de bank.
‘Absoluut, de eerste de beste die jou lastig valt, bewerk ik met mijn bijl.’
Het kleine hoofd leunt tegen Elvis’ schouder.
‘Ben jij weleens lastig gevallen Elvis?’
De schoenen lopen kordaat naar de bank.
‘Natuurlijk niet Els, anders had ze ons dat heus verteld, toch Elvis?’
