Achter de muur ligt het avontuur

Als ze alles over mocht doen had ze het leven anders aangepakt. Dan nam ze een afslag eerder en maakte ze de oversteek. Ze trouwde een man van een ander kaliber en leidde een avontuurlijk bestaan, niet zo gezapig maar vol spanning en spontaniteit. Overzeese landen werden bezocht, eilanden die niet in reisgidsen voorkwamen, the Bartolome island of het Isla del Coco voor de kust van Costa Rica. Het leven was minder voorspelbaar geweest, ze wist niet welke vis er ’s avonds op haar bord lag of welk dier geschoten werd om de maaltijd compleet te maken.
Natuurlijk zou ze zijn reizen alleen moeten accepteren, een man op de grote vaart neemt niet altijd zijn vrouw mee, die loopt nu eenmaal in de weg of kookt een vegetarische maaltijd voor de stuurlui, waarop ze niet kunnen leven. Zeebonken eten vlees, stevige soepen met Spaanse pepers, voedsel dat cement vormt in de buik, een zeeman moet sterk zijn om alle zeilen bij te zetten en weer gezond aan wal te gaan.
Elvis’ oma mijmert graag over het leven dat ze niet heeft geleid, ze neemt Elvis geregeld mee naar landen die ze nooit heeft bezocht, Thailand, IJsland, Australië. Dan praat ze honderduit over de cultuur, gerechten die aan haar neus voorbij zijn gegaan, de geur van papaja die ze nooit zal ruiken. De landen die ze wel heeft bezocht kunnen haar goedkeuring niet wegdragen. Zo volgt de Gambiaan de geur van haar leren portemonnee en gebruikt de Italiaan zijn penis als kompas. Elvis kan zich voorstellen dat haar oma in haar jongere jaren een schoonheid was, een actrice die met haar blonde lange lokken het magnetisch vlak van menig kompas deed doldraaien.
Ze schrikt van de verhalen, niet door het eenzijdige beeld dat haar oma van de man schept maar door het constante verlangen naar een onvervulbare bestemming. Zelfs in perfectie zal zij altijd denken dat er een plek is waar het beter, mooier en warmer is, een lot dat niet voor haar maar voor een ander is bedoeld. Ze leeft met een gapend gat dat door niemand is te vullen. Het heeft een weerslag op Elvis’ moeder die probeert haar leegte te dichten, ze voert gesprekken, koopt een blouse van zijden of een jurk van satijn, armbanden, en schoenen met een gouden randje.
Elvis’ oma is nooit tevreden waardoor haar moeder zich altijd te kort geschoten voelt. Het is een treurig samenspel, de een reikt aan, de ander legt weg.
Toch heeft de leegte van haar oma een positief gevolg. Haar moeder waardeert het kleinste gebaar, een ontbijt op bed, een wandeling door de bossen, een goed gesprek, een mierenkoningin tijdens haar bruidsvlucht. Ze tuurt naar werksters, volgt de route van een mierenkolonie en respecteert de natuur. Met het regenwater uit de ton besprenkelt ze haar zelfverbouwde groentes. Ze schrijft in haar dagboek hoe dankbaar ze is, ze stapt de deur uit, zet een gretige hap in de lucht en kauwt met het besef hoe groots en wonderbaarlijk haar leven is. Waar haar oma geluk negeert, slikt haar moeder het in en blaast het op.
Opgewekt loopt haar moeder op haar oma af en reikt haar een doosje aan.
‘Mam, deze is voor jou.’
De vingers peuteren het plakbandje los, als ze het doosje opent glunderen haar ogen.
‘Wat is dat nou voor ring?’
Haar oma schuift hem om haar vinger.
‘De robijn geeft je kracht en energie, het versterkt je hartchakra.’
De rechterhand wordt in het schijnsel van de zon gehouden, de rode steen schittert in het licht.
‘Weet je dat de koningin een robijnen tiara draagt?’
Ze kan het niet, ze gunt zich het geluk niet, ze verdraagt de overdracht van liefde niet, ze staat het niet toe.
‘Jij moet het doen met deze ring mam.’
‘Emma droeg hem ook al. Die koninklijke familie heeft het maar goed, gouden koetsen, robijnen op het hoofd, plezierjachten en huizen in andere landen.’
‘Kom Elvis we gaan.’
Haar oma zwaait, de ring kleurt goed bij de rode lak op haar nagels.
Elvis loopt achter haar moeder de trap af.
‘Ik begrijp niet dat jij altijd tegen die muur van oma op wilt lopen.’
‘Weet je Elvis, als je een helm draagt voel je de pijn niet, en ik loop niet tegen die muur op maar ik beklim hem, kijk er overheen en daal weer af.’
‘Toch raak je telkens teleurgesteld.’
‘Dat is waar, maar ik beklim die muur in ieder geval. Als ik dat niet doe, brokkelt hij af. Ik zorg ervoor dat hij in tact blijft. Sommige dingen worden een wetmatigheid, de een houdt de muur vast, de ander kiest ervoor de muur te zijn.’
‘Is er nooit een deur in die muur geweest?’
‘Vast wel, misschien zelfs een raam maar dit is functioneler, een raam moet je weer zemen en een deur weer sluiten.’
‘Of openen.’
‘We moeten het nemen zoals het is Elvis, de muur wil geen deur openen of sluiten, hij wil gewoon een muur zijn. Sterk en stevig.’
‘En blind mam, zolang jij geen kastje wordt, ga ik akkoord.’
Haar moeder tuurt even omhoog, stopt bij het raam van de mooie bloeiende geranium en kijkt een raam verder. Een hand met rode nagels zwaait, de glinstering aan de vinger ontbreekt. Haar moeder zwaait terug, de vitrage wordt dichtgeschoven, het gordijn gesloten.

Foto door Madison Inouye op Pexels.com