De twee staan in uitdagende houding. Verguisd door hun reputatie, verstoten door de bevolking. Ze moeten een ingenieus immuunsysteem hebben om zelf te overleven terwijl de rest van de wereld zich ijlend aan de spijlen van het ziekenhuisbed vasthoudt. Elvis slaat haar laptop dicht. Ze steekt haar hoofd tussen haar benen en waggelt door de kamer. Vleermuizen hebben een verdomd ingewikkeld leven.
Deze zomer bracht ze een bezoek aan een vleermuizengrot. Haar vader neemt haar nog wel eens mee naar, zoals hij het zelf noemt: ‘de kern van een aanleiding met groot gevolg.’ Zo reisden ze eens af naar de Weense kunstacademie waar Hitler werd afgewezen.
‘Als die klootzak daar aan zijn schilderijen had mogen pielen, zat zijn barbaarse geest nu in een citroenschil van een stilleven. Ik had liever een Hitler aan de muur dan aan het stuur.’ Hij trapte tegen de deur van het historische gebouw en riep dat deze afwijzing de allergrootste menselijke fout van de afgelopen eeuw was.
Vorig jaar bezochten ze de Orkney-eilanden bij Schotland. Daar ontstond in 1953 een orkaan boven de Noordzee, voer richting Nederland en eindigde in de Watersnoodramp. ‘Hoe vernuftig klein grootse dingen zijn,’ hij had met ontzag naar de dreigende lucht boven de zee gekeken.
Deze zomer reisden ze naar een vriend in Frankrijk met een zelfontworpen vleermuizengrot. Met stenen uit andere landen metselde hij de verzameling tot grot. Okergele leistenen uit Griekenland, Portugese granietkeien, cyclopenstenen uit Spanje en Marokkaanse kwartsstenen maakten er een wonderlijk onderkomen van.
Thijs, de vleermuisvriend, vertelde er veel en langdradig over. Elvis moest wennen aan zijn tempo maar stelde zijn passie op prijs. Hij leefde intens, niets ontging hem, geen bij, vogel of buurvrouw ging aan zijn aandacht voorbij. Het leven vrat hij op alsof de tijd hem zou inhalen. Daar konden haar ouders nog wat van leren, de helft van de tijd werd omgezet door zorgen om rekeningen, de economie en ander getreuzel.
Die week maakte ze een trip in de tijd. Thijs ging zo op in een verhaal dat een minuut een uur leek en een uur een dag. De week leek op een maand, en zo koppelde ze Thijs en zijn grot aan een tijdsbeleving die ze daarna niet meer zou meemaken. Haar ouders hadden een soortgelijke ervaring, maar drukten zich anders uit.
‘Thijs is een ontzettende ouwe hoer. Wat ik in vijf minuten vertel, spreidt hij over een heel uur uit,’ zei haar vader. ‘Het lijkt verdikkeme wel of we geen week, maar een jaar te logeren zijn geweest,’ sloot haar moeder aan. ‘Ik ben volledig gevloerd. Als je met hem samenwoont, moet je er een dubbelleven op na houden, met een enkel leven schiet je tekort.’
Elvis tuurde met haar oortjes in, naar de Franse wolken wiegend in de hangmat tussen de fruitbomen. Haar moeder deed dan wel zo akelig over hem maar intussen vermaakte ze zich kostelijk met Loulou, de Franse vriendin van Thijs. Ze dronken samen wijn en lachten om niets.
Haar moeder verbood Elvis de grot in te gaan, stel je voor dat de gevaarlijke virusverspreider zijn tandjes in haar nek zette? Net op het moment dat haar moeder weer in een schaterlach naar adem hapte, daalden de drie het trappetje af. ‘Kijk goed Elvis, hoe ondanks zijn omvang dit beestje de wereld in zijn greep houdt. Het draagt tientallen virussen met zich mee, wat zijn immuunsysteem onverwoestbaar maakt.’
Het bezoek viel bar tegen. Ze zag niets en liep op de tast langs vochtige stenen, bovendien rook het er vies.
‘De vleermuizenpoep is nog vers en niet ingedroogd.’ Thijs wees met de miezerige kaarsvlam aan waar de vleermuizen zaten. Ze moest het doen met twee bruine bolletjes. Ze was liever naar China gevlogen, dan zat ze pas echt bij de kern, dit was natuurlijk een placebokern.
’s Avonds aan tafel schilde Thijs appels en vertelde over de voedzame vleermuizenmest voor zijn zelfgekweekte fruit. Elvis moffelde de appel weg en voerde het aan haar buik, het voelde koud en onbehaaglijk aan.
‘Thijssssss ik zit te eten, mag het over iets anders gaan?’ Haar moeder keek naar het klokhuis op haar bord. ‘Vleermuizen zijn doodeng, ze zijn vies, het zijn vampieren en ziekteverspreiders.’ Ze had een raar bijgeluid van haar tong, Loulou schonk de glazen vol.
‘Ach ja Els, en de arrogante Fransen lopen de hele dag met een stokbrood in de derrière hun bezoek van wijn te voorzien, zodat het ongeoorloofd raaskalt over zaken waar het geen verstand van heeft.’ Thijs greep naar zijn pakje en bood haar vader en haar een sigaret aan.
‘Elvis rookt niet hoor Thijs.’ Haar moeder zei het op beduusde toon, alsof ze bang was weer een veeg uit de pan te krijgen .
‘Dat zullen we nog weleens zien.’ Thijs liep voorop, haar vader volgde en Elvis ging er achteraan.
Zwijgend keek ze naar de sigarettenrook die zich als een mist verspreidde. De zon gleed over de vallei, ze maakte een foto en stuurde hem naar Steven.
‘Sorry Elvis, je moeder heeft geen verstand van vleermuizen.’ Elvis mocht de vleermuisman wel, hij vroeg naar haar leven en zij speelde haar playlist af. Hij informeerde naar haar vrienden en zij liet enkele foto’s zien. Hij wilde haar erbij hebben, haalde biertjes en legde een vis op het vuur. Elvis keek door het raam naar binnen. Haar moeder zong mee met chansons terwijl Loulou de poten van de papegaai van rode nagellak voorzag.
Die avond bleef ze buiten met haar vader en Thijs. Ze stookten het vuurtje op en luisterden naar het hout, de vogels die langs scheerden, een uil.
Thijs reikte een biertje aan. ‘Ik kijk hoe vleermuizen de wereld zien, op zijn kop. Als we ons leven zo nu en dan niet overhoop gooien, vallen we in slaap. Als ik straks zin heb om te vliegen, dan doe ik dat.’
‘Hoe dan?’
‘In mijn hoofd Elvis, kijk naar boven. Je kunt ontsnappen door ergens naar toe te reizen. Anderen gebruiken coke, lsd of andere troep maar de puurste vorm van trippen is in het eigen schone brein.’ Hij nam een trekje van zijn jointje. ‘Dit is anders, als ik deze shit eens per maand gebruik is het veel.’ Elvis sloeg de sigaret over, ze wilde niet met haar vader de vallei door kukelen.
Thijs vervolgde zijn verhaal. ‘De vleermuis kan er niets aan doen dat de wereld eraan onderdoor gaat, het is de mens die zijn honger moet stillen.’ Hij keerde de vis nog eens om. ‘Wij creëren onze eigen ondergang. Laten we nou eens stoppen met verlangen naar meer als we op het punt van geluk aankomen.’
‘Word je gelukkig van het eten van een vleermuis?’ Elvis dacht aan de roomsoesjes van de banketbakker.
Thijs wreef zich over de buik. ‘Het zal een kortstondig gevoel van tevredenheid zijn. Net zoals het eten van apenhersenen en babymuisjes, wat die Chinezen ook graag eten.’
‘Waar word jij blij van Elvis?’ Ze wordt het gelukkigst als Steven haar buik kust en ze samen zijn. ‘Als ik met Steven praat over muziek.’
Thijs verdeelde de vis over de borden. ‘Ja, dat herken ik wel. Vroeger praatte ik ook met mijn vriendinnetje over muziek, maar het allerliefst lag ik met haar tussen de lakens, daar lag het geluk. In de intimiteit die we deelden, wat ik bij niemand anders vond.’
‘Dat doet Elvis niet hoor Thijs.’ Haar vader verslikte zich in een slok bier.
‘Niets is wat het lijkt Bart. Elvis is slechts een hartslag van je verwijderd maar hoor je haar wel? Je kent mij al zo lang, maar hoe goed ken je mij?’
Haar vader haalde zijn schouders op.
‘Zou ik jou in de val lokken, en je een vleermuis voorschotelen?’
Elvis keek naar haar lege bord. Haar vader stond op.
‘Wil jij nou zeggen dat je ons vleermuis hebt laten eten?’
‘Zeg ik dat? Is het geen hypothetische vraag? Je luistert niet en bent ingekakt Bart, ga leven.’
De volgende ochtend vertrokken ze.
Sinds die bewuste avond waren er dingen thuis veranderd. Geld speelde een minder grote rol, het leven leek onbezorgder, werk verschoof naar een tweede plaats. Haar ouders leken zich meer toe te eigenen en genoten. Ze luisterden naar muziek, dronken een mooie fles wijn, en tot groot ongenoegen van haar moeder, viel de voorbijlopende buurvrouw ook opeens op.
Deze keer was Thijs de kern van een aanleiding met een groot gevolg. Zonder toedoen van een orkaan, een historische aanzet of een artistieke afwijzing. De man nam de tijd om te praten, liet zich niet opjagen door zijn omgeving. Hij zette de wereld op zijn kop en daagde zijn vrienden uit.
Thijs durfde te vliegen, verlegde zijn grenzen. Hij spreidde zijn vleugels, liet zijn tanden zien en vloog verder tot zijn brein openknalde als een parachute. Zijn landing zorgde voor een omwenteling.
Elvis sloot haar ogen. In haar hoofd vloog ze voorbij. Thijs zwaaide en opende zijn armen. Hij omhelsde de wereld. Ze voelde zijn adem in haar nek. Niemand ontkwam aan Thijs de vleermuisman.
