De sandalen van Stegemans

Het grote raadsel van het leven is dat niemand weet hoe we dood gaan. Nou, lekkere binnenkomer van Stegemans op de maandagochtend. Vertel jouw visie over wat zich na de dood afspeelt. Wat een opdracht. Hij had de klas al gewaarschuwd geen onderwerp te schuwen, als docent maatschappijwetenschappen moet je nu eenmaal gevoelige kwesties bespreekbaar maken. De opdracht is een opmaat naar de grotere vraagstukken, euthanasie, de donorwet.
Een onrustig gekuch gaat samen met gedraai op stoelen en veel gesteun, afgesloten door een diepe zucht van haar buurvrouw. Zo’n tut met teveel make-up. Elvis trekt haar tafel iets verder naar zich toe. Als ze straks dood van haar stoel valt is die stinkparfum de oorzaak. Zouden ze daar achter komen, bij een autopsie? ‘Euroknallerparfum oorzaak dood scholiere.’ Ze moet zich focussen en probeert haar neusgaten dicht te houden tijdens het ademhalen.
Elvis heeft wel een idee wat haar te wachten staat als zij straks levenloos op de grond ligt. Haar lichaam sterft maar haar ziel gaat over in een andere energie. Ze heeft het ergens gelezen en kan zich er goed in vinden. Het lijkt haar geweldig om meegenomen te worden in een andere wereld. Natuurlijk wil ze zo lang mogelijk leven maar als ze dan gaat, is de overgang naar een nieuwe dimensie geen eng vooruitzicht voor haar.
‘Elvis, probeer duidelijk te omschrijven hoe die overgang eruit ziet. Zo voorkom je te blijven steken in vage begrippen.’ Stegemans leest aan haar tafel mee.
‘Wat bedoelt u?’
‘Wat ik bedoel te zeggen is, dat ‘iets anders’ naar niets verwijst. Wat is er zo anders aan dat ‘iets’, en wat is dat ‘iets’?
Ze haalt haar wenkbrauwen op.
‘Zie je, volgens mij ben je het spoor nu al bijster.’
Kijk hem lopen op z’n sandalen, bij elke stap poppen zijn zwarte voetzolen op.
Ze probeert zich het leven na de dood iets concreter voor te stellen, en verbeeldt zich hoe ze de grens over gaat, de aarde verlaat en in een tunnel van licht loopt. ‘Volg de discolampen’, staat er op een bord. Dat doe ze dan ook, want als ze daar als enige loopt en niemand haar hoort, heeft het geen zin te roepen: ‘Loop naar de hel, ik ga mijn eigen weg!’
Na een slentering door de Lege Laan bereikt ze een vlakte met fruitbomen en een wijngaard. ‘Afblijven!’, staat er op een tweede bord maar waarom zou ze? Ze loopt immers alleen in een veld waar camera’s ontbreken, dus plukt ze wat fruit en propt haar wangen vol met druiven. Door het hoge gras nadert ze een kruispunt waar ze een keuze moet maken. ‘De weg terug’, ‘Mijn familie’, ‘Op weg’, ‘De vrienden.’
Uit angst om herenigd te worden met familie of vrienden waarvan ze misschien opnieuw afscheid moet nemen, kiest ze ‘Op weg.’ Dat is toch wel het verdrietigste aspect van de dood, afstand nemen van de mensen die je lief zijn.
Als ze ‘Op weg’ is, krijgt ze al snel heimwee. Had ze maar gekozen voor ‘De weg terug’, dan was ze misschien weer tot leven gekomen na de hartstilstand door de parfum van die make-uptrut, en kon ze weer terug keren naar het aardse, in plaats van te dwalen in deze nieuwe wereld.

Elvis kijkt opzij. Het meisje trekt aan haar kauwgomsliert, ‘Is er wat?’
‘Wat is er?’
‘Val dood.’
‘Sterf.’
Ze laat zich niet afleiden en nadert een reuzenrad waarin ze plaats neemt, er is verder niemand op een kleuter na, die ze op schoot neemt. Samen bewonderen ze het uitzicht van wolken en velden, luchtwegen en een enkel verdwaald persoon.
‘Ben jij ook op weg?’
Het meisje knikt, ‘Ik wil eigenlijk terug maar nu loop ik met jou mee.’ Tijdens de wandeling drinken ze uit de bron van ‘Eeuwig duurt het langst’, die water geeft waarvan je na elke slok een jaar jonger wordt. Het meisje vertelt dat ze negenenveertig was toen ze stierf maar door haar dorst steeds jonger werd. Elvis zal dan snel in een baby veranderen en misschien opnieuw geboren worden.
Stegemans tikt vanachter op haar schouder. ‘Elvis, jij gaat zelfs een stap verder, je bent al aan het reïncarneren. Als je dan toch zo ver bent, bedenk dan in welke vorm je wilt terugkeren, een kat, een hond, een tijger?’
Waar bemoeit die man zich mee, ze wil terugkeren als een baby. Een baby met een vader en een moeder. Een originele moeder. Niet haar moeder Els, die wel lief is en haar best doet, maar die toch niet haar echte moeder is. Ze mist een voelbare aansluiting, ze zijn niet met elkaar verstrengeld geweest, ze is niet door haar gebaard.
Haar buurvrouw spuit nog wat parfum op. Elvis hoopt op een hartstilstand. Ze is niet bang voor de dood, wie bang is voor de dood kan geen gas geven. Als je jezelf dat niet toestaat, is de geboorte een volstrekt zinloos voorval. Dan kun je net zo goed stoppen met ademen en je in de grond verstoppen. Het is een mooie zin om haar essay mee te eindigen. Ze wil het inleveren en schuift haar stoel naar achteren.
‘Zo, leef jij ook nog?’
Elvis snuift haar neusgaten dicht. ‘Doe je helm op straks.’
‘Ik heb geen scooter.’
‘Dat dacht ik wel.’
De Nike Air Bethlehems sloffen voorbij. Zou Stegemans gas geven in zijn leven? Die sandalen zeggen namelijk niets, zij geven slechts een signaal af, het zijn de voetzolen eronder die het verhaal vertellen. Zo ziet Elvis het leven. En wat de dood betreft, daar is ze nog lang niet aan toe.

Foto door Guillaume Hankenne op Pexels.com